Woensdag 18 oktober. Ik kom, en daar maak ik geen geheim van, uit een buitengewoon fijn gezin. Ik had, op wat kleine dingetjes na maar wie heeft die niet, een gelukkige jeugd in het dorp achter de hoge dijk. We speelden buiten, zorgden voor elkaar en voor de mensen in het dorp. Klusjes doen was normaal en we dachten daar nooit bij na. Goed doen was niet iets waar je over sprak, maar deed. Ja, als ik achterom kijk dan kan ik alleen maar glimlachen en me verliezen in mooie herinneringen. Het was even spannend anderhalf jaar geleden toen mama overleed. Zij was zo de spil waar alles om draaide dat we onszelf opnieuw moesten uitvingen maar dat lukte wonderwel. Nu ik veel moet rusten, heb ik ook veel tijd om over alles na te denken. Eerst was dat confronterend maar nu ik ook wat rust in het hoofd probeer te vinden is het denken aan mijn familie precies wat ik nodig heb.
Ik denk niet alleen aan vroeger maar ook aan hoe we geworden zijn. Ik zie hoe mijn broertje en zusje er in geslaagd zijn om hun eigen kinderen/kleinkinderen ook weer dat speciale mee te geven. Het is iets om dankbaar voor te zijn. En dat ben ik ook voor mijn eigen gezin. Nooit opdringerig maar wel de juiste dingen doen op precies het moment dat je dat nodig hebt. Dat kan alleen als je elkaar goed kent en van elkaar houdt, denk je niet? Zo is er dat bezoekje van broertje omdat hij toevallig voor zijn werk hier in de buurt moet zijn. Of dat kaartje van zusje waarvan je weet dat ze er lang naar gezocht heeft om het te vinden. Het telefoontje van Pa waarin hij zegt: ik ben de hele dag zo onrustig en moet je even bellen. Gaat het goed met je, tien? Zulke dingen. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend en gewoon maar dat is het toch niet als je hoort hoe het er soms bij anderen aan toe gaat. In andere families bedoel ik. Die spreken elkaar soms jaren niet. Niet alleen de heel erg naaste familie is zo maar ook de familie een stukje verder weg. In tijden als deze is het zo'n rijkdom om te ervaren dat je bij zo'n familie mag horen.
Zusje heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ik heb zelfs mijn blognaam aan haar opgedragen. Ze is twee keer gevaarlijk en levensbedreigend ziek geweest en er waren weken achtereen dat we dachten dat ze het niet zou halen. Maar taai als ze is, krabbelde ze overeind en hoewel ze nooit meer de oude is geworden redt ze zich weer aardig in het dagelijks leven. Omdat zij het proces van ziek zijn, operatie en herstel als geen ander kent, praten we veel en geeft ze vaak ook praktische tips over hoe en wat. Er is herkenning, maar soms ook spreekt ze me toe alsof zij de grote zus is maar alleen als het nodig is hoor. Als je ons ziet, gelooft niemand dat wij zussen zijn. Zij lang en donker, ik klein en vroeger blond (mijn haar wordt steeds donkerder) Vroeger was zij super extravert en mij hoefde je maar aan te kijken of ik begon al te blozen en was super super introvert. Door de jaren heen zijn we wat naar elkaar toegebogen. Ik kom wat meer voor mezelf op en zij is noodgedwongen wat rustiger geworden. Ja, het is fijn om uit een familie als de mijne te komen. Ik ben er intens dankbaar voor. En hoe kom ik er nou op om hierover te schrijven? Ik gaf me vandaag op voor een kraam in het huis waar mijn schoonmoeder woonde en mijn vader vlakbij. Vorig jaar was ik ook op de Hofdag en dat was zo gezellig. Het is pas op 11 november dus ik heb nog even te gaan. De familie gaat me helpen dus dat komt vast goed.
Je gaat spullen verkopen in die kraam. Als dat geen goed nieuws is!!
BeantwoordenVerwijderen