14 juni. Nu het buiten zo warm is moet ik veel aan Egypte denken. We woonden daar in Caïro en in de stad is het volgens mij altijd warmer dan op het platteland. Oh, wat kon het daar heet zijn in de zomer. In een stad (ongeveer) zo groot als de provincie Utrecht en dan met net zoveel inwoners als in heel Nederland. Dat was destijds zo, maar het zal er nu zeker nog drukker zijn inmiddels.
Tel daarbij op de ontelbare auto's die daar dag en nacht rondreden. En niet allemaal van een nieuw model. En maar claxonneren :-) De oproep uit de moskee vlakbij ons. De man had er een hekel aan maar ik vond het altijd wat mysterieus klinken. Er waren hele goede zangers (muezzin) bij. En ook die er niks van bakten. En dan had je nog de enorm lange goederentrein die midden in de nacht, dwars door de stad reed. Claxonnerend omdat er altijd mensen op het spoor liepen die moesten worden gewaarschuwd.
En dan mopper ik hier regelmatig over de herrie. Shame on me :-) Het was daar zoveel erger. Het was er echt nooit stil. Dat kan ook niet als je met zoveel mensen in een stad leeft. De man moest voor het werk regelmatig de stad uit en dan vroeg hij me mee. Het waren eindeloos lange reizen langs de Nijl en vaak een lange rechte saaie weg. Urenlang door de woestijn ook. En dan wat gezelschap goed van pas. Ik vermaakte me altijd wel in zo'n dorp of kleine stad.
Weet je, mensen over de hele wereld zijn lijken best een beetje op elkaar. Iedereen heeft zo zijn dagelijkse dingen. En zeker vrouwen onder elkaar hebben altijd gespreksstof. De kinderen, het huishouden, het eten. Er waren vooral veel zorgen over de kinderen. Kan ik de school betalen? Zeker bij de armen was dat echt een grote zorg. Maar hoe arm ze ook waren: een kop thee kon er overal af. En als je eenmaal met een kop thee even op een bankje buiten zit, dan deel je even en ga je daarna verder. Zo gaat het overal op de wereld.
Ik had het daar niet altijd makkelijk in de zon. Mijn huid is erg licht en ik verbrand snel. Smeren met de hoogste factor was vaak niet genoeg. En ik bewoog veel te snel. Diverse keren is me dat gezegd door de mensen daar. Tineke rustig aan. Niet zo snel. Ze hadden gelijk. En nu met het warme weer hoor ik in gedachten nog regelmatig hun stemmen en probeer ik naar ze te luisteren. Het helpt. Als het echt té warm werd gingen we zeilen op de Nijl. Vooral in de avond was dat zó fijn.
Aanbevolen door de buren hadden we een vast bootje (felukka) met een vaste schipper. Ik weet nog dat we schrokken toen we de boot voor het eerst zagen. Die was zo armoedig dat we bang waren dat we zouden zinken. Maar toen zagen we het gezicht van de schipper en dat was zo hartveroverend uitnodigend dat we toch instapten. De man viel meestal na een paar minuten in slaap (hij sliep slecht door de warmte en haalde het op deze manier weer in) en ik had dan de mooiste gesprekken met schipper Sam.
Hij vertelde over zijn vrouw en zijn kinderen. Over de dagelijkse dingen. Over van alles en nog wat spraken we. Hij vroeg ook vaak hoe Nederland was en over de verschillen tussen zijn en mijn land. Soms ook konden we heel lang zwijgen. Qua leeftijd had hij een grote broer kunnen zijn. Hij voelde zo fijn en ik heb vaak heimwee naar hem. Het was een goed mens met een groot hart. Wij betaalden hem voor het varen maar hij wilde dat geld nooit aannemen omdat hij er zelf ook plezier in had.
Ik zei dan altijd: neem het geld en koop iets moois voor je vrouw. Of spaar voor je kinderen. Of gebruik het voor de boot of je huis. Ik stond er steeds versteld van hoe veel hij kon doen met (in onze ogen) weinig geld. En altijd opgewekt, terwijl hij toch een moeilijk leven had. Hij was/is Koptisch en de kopten hebben het zeker niet makkelijk in Egypte.
Terwijl jullie nog lezen over onze vaartochtjes, zien jullie ondertussen al foto's van iets heel anders. Moeten jullie je voorstellen: je rijdt samen in de auto richting de pyramide's. Vanuit hartje stad. Het kantoor van de man was aan het Tahrirplein. Dat was dat plein waar alle mensen een paar jaar geleden stonden tijdens de Arabische lente. Of als je ooit in Caïro geweest bent tegenover het Museum. Hartje stad dus. En dan langzaamaan laat je de drukte van de stad achter je en zie je heel in de verte een stukje van de pyramide opdoemen. Ik weet nog dat ik moest huilen de eerste keer. Ik vond het zo mooi daar.
Ik ben er vaak geweest. Zo vaak dat de kamelenjongens me herkenden ;-) En altijd weer voelde ik me daar oprecht gelukkig. Diep gelukkig. Puur op gevoel. Heel veel later hoorde ik van meer mensen dat ze dat hadden. En mijn oude buurman (de professor die alles wist over de oudheid) zei altijd: je voelt de energie van toen. Ik voelde de oudheid volgens hem. Hij heeft me nooit kunnen uitleggen wat hij daarmee bedoelde.
In de buurt van de pyramides van Gizeh wat dus dit bedrijf. Er werden goudsbloemen geteeld die later werden geoogst om er Calendula-zalf en olie van te maken.
Je wist werkelijk niet wat je zag. Zo enorm veel bloemknoppen. Zoveel oranje. Zoveel dat het overweldigend was. En het was er zo fijn rustig. En vredig. De mensen werkten hard maar krijgen goed betaald. Het was er zo bijzonder.
We maken nu een sprongetje naar Den Haag en slaan een paar jaren over. We zijn weer terug in Nederland en ik krijg van een vriendin een uitnodiging om naar het huis van de Grootmoeders te gaan. Ook als je geen oma bent, ben je daar trouwens welkom. Ze hebben er elk jaar een leuk aanbod van interessante workshops. Het was voor mij een verrassing wat er zou gaan gebeuren. Kom maar gewoon, je vindt het vast leuk, zei de vriendin. En het wàs leuk!
Er was namelijk iemand uitgenodigd die kwam vertellen over kruiden en wat je er mee kunt doen. Ze gaf een demonstratie in het maken van zalf. Welke zalf? Calendula-zalf. Heel interessant. En leerzaam ook. Hilde heette ze en ik weet haar achternaam niet meer. Hoe fijn paste ineens mijn oude wereld op mijn nieuwe wereld.
We kregen allemaal een potje zalf mee naar huis. En ik heb het opgebruikt tot er echt helemaal niks meer in zat. Daarna was ik nog van plan om het zelf te gaan maken maar dat is er nooit van gekomen. Zoals dat zo vaak gaat. Je ziet iets, wordt enthousiast en wilt het uitvoeren maar het komt er niet van. Ik sta vroeg op en ga laat naar bed maar er zitten gewoon niet genoeg uren in een dag om alles te doen. Herkenbaar?
Kijk hier zie je Hilde de potjes vullen. Ik vertelde ondertussen over de goudsbloemen daar in het mooie land waar ik zo graag had willen blijven. De mensen daar waren zo lief. En wat hebben wij hier toch een verkeerd beeld van dat land. Ik corrigeer mezelf nu meteen want het land wat ik beschrijf bestaat niet meer bedenk ik me nu. Na de revolutie is alles anders geworden.
Toen wij er woonden voelde je onderhuids al wat spanning en onrust hier en daar. Je hoorde de mensen er ook over spreken. Ik heb met de buren veel gesprekken gevoerd. Over politiek, over geloof, over geld, over de president (toen nog Moebarak) over van alles konden we praten. Zij geloofden dat alles anders moest en ook kon. Beter. Meer gelijk.
De Arabische lente begon. Er was hoop en zag het er naar uit dat alles ook echt anders zou worden. Men vertelde elkaar over de tijden van president Nasser en Sadat. Sadat die niet geliefd omdat hij vrede sloot met Israel maar die wel voorspoed bracht. Daarna de begintijd van Moebarak. Ook toen ging het nog goed. Maar het land was afgegleden en alles moest nu anders.
De moslimbroeders (die zo lang onderdrukt waren) kwamen aan de macht en Morsi werd hun president. En niets maar dan ook niet was zo erg als dat regime. Het was verschrikkelijk en duurde gelukkig maar een jaar. Daarna werd hij afgezet. Veel mensen zeiden: onder Moebarak was het zo slecht nog niet. Tsja...
En nu is er daar de 'nieuwe' president Abdul Fateh Saeed Hussein Halil al-Sisi. De generaal. Ik weet niet wat voor president hij is. Ik hoorde van mensen dat hij met harde maar eerlijke hand regeert en dat hij streng is voor iedereen. Hoeveel daar van waar is weet ik niet want er wordt niet over gepraat.
Egypte zal altijd een plekje in mijn hart houden. En dan vooral om de mensen. De gewone mensen. De mensen met de zorgen van alledag. Met de gesprekken van alledag. De gastvrijheid. Er was altijd en overal koffie of thee. En altijd elke keer vonden ze het 'raar' dat ik er geen suiker in wilde. In het begin nam ik nog wel melk die soms ter plaatse even van de geit gehaald werd :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten