1 april. In mijn vorig blog sprak ik nog de hoop uit op een goede nachtrust om ons voor te bereiden op de laatste zware dag maar dat lukte natuurlijk niet. Onze hoofden waren vol van indrukken en emoties en van slapen kwam niet veel. Op tijd moesten we die zaterdag ons bed uit, snel ontbijten en weer in de auto stappen. In de flat kwamen we als kinderen bijeen. De rest van de gasten zouden we beneden zien. We sloten samen de kist en reden hem naar de ruimte beneden in het huis waar de dienst gehouden zou worden. In dezelfde ruimte waar we haar verjaardag vierden. Waar wij mijn vaders verjaardag vierden en die van mijn moeder. Het was dezelfde ruimte waar ik een paar maanden daarvoor een tafeltje huurde en mijn spulletjes verkocht. De dienst verliep goed, de dominee sprak mooie, verbindende, woorden. De kinderen reden moeder naar de rouwauto en met eigen auto's reden we er achteraan naar de begraafplaats.
Deze is op steenworp afstand van haar oude huis. Daar waar ze zo gelukkig was met pa, zoveel jaren. Vier van haar vijf kinderen werden er geboren. En nu bij haar laatste reis kwamen we er langs. Zo bijzonder was dat. De kinderen brachten haar kist bij het graf. Bij pa die op haar wachtte. Een paar mooie laatste woorden en toen was het voorbij. We reden terug naar het tehuis waar we nog bij elkaar kwamen met wat mensen. We aten een verwarmend soepje. Belegde broodjes en er was koffie/thee zoveel we wilden. Het was goed om nog bij elkaar te zijn. Om wat te praten over moeder over de afgelopen dagen. Over de laatste jaren.
Als kinderen zijn we daarna nog naar het appartement gegaan. Om nog wat spullen uit te zoeken. Maar dat wilde niet lukken. Iedereen was uit zijn doen en we wilden allemaal naar huis. En dus stapten ook wij uiteindelijk in de auto en reden richting zee. De teller stond op 1003 kilometer. In een week tijd hadden we meer dan 1000 kilometer gereden. Maandag zouden we weer verder zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten