maandag 10 juli 2023

Warm...

Puf puf, wat is het warm hè. Op het moment van schrijven is het 27 graden in mijn werkkamer. En de zon is al weg van de ramen. Ik verlang zulke dagen terug naar het verkoelende windje van zee en het oude huis waar we woonden. Terug verlangen heeft geen zin, roep ik dan flink tegen mezelf en meteen er achteraan... aan het eind van de week zakt de temperatuur gelukkig weer. Het was ook warm toen we hier de jaarlijkse feestweek vierden en de voorbereiding daarvan. De boog werd neergezet aan het begin van het dorp en weer zag het er feestelijk uit. Een beetje aandoenlijk ook. Duidelijk handwerk en met veel liefde gedaan. Je ziet het er aan af. Deze kant zagen we trouwens als je het dorp uit gaat. Er ligt daar tegenwoordig een gemene verkeersdrempel, zien jullie hem? Ja, ook in het dorp van niks naar nergens is dat helaas nodig. De poort stond en...
... ook de vlaggetjes werden weer uit de kast gehaald. Plastic vlaggen in de kleuren van het dorp. Tijdens corona kregen we allemaal een lijntje. Aan de dijk hebben de buren zich verenigd en ze aan elkaar verbonden. Met speciale stokken zijn ze in de grond geprikt. Als het een beetje waait (en dat doet het vrijwel altijd op de dijk) dan hoor je een vrolijk gewapper. Het is steeds weer leuk om er langs te lopen. Het waren zomaar twee voorbodes van wat komen ging. Langzaamaan werd naar de feestweek toegewerkt. Wagens versierd, toneelstukjes geoefend en er heerste een vrolijk soort bedrijvigheid. En het zou warm worden. Dat was toch wel hét gespreksonderwerp. Vorig jaar was het ook erg warm. De opstart na twee coronajaren ging haperend in die hitte maar dit keer lieten de mensen zich niet meer tegenhouden. Ja, erg leuk om de voorpret mee te maken en de positieve energie te voelen.
Ondertussen veranderden wij een en ander aan de tuin. Een voortdurend proces. We haalden de cotoneasters (heten ze zo?) weg en de pluimhortensia's werden daarna op de vrijgekomen plek gezet. Zo maakten we plaats voor een kleine groentetuin. Vorig jaar groeiden er aardbeien en nog wat ander spul. Dit jaar zaaiden we rode bieten. Hieronder zie je de miniplantjes al een beetje opkomen. Het is toch zo bijzonder om zo'n klein zaadje uit te zien groeien tot een plantje. Het water liep me al bij voorbaat in de mond bij de gedachte aan het eten van die lekkere kroten zoals wij ze noemen. En dat deed het bij de merels en andere vogels ook want voor we het wisten pikten zij een een graantje ofwel een zaadje mee. Daarom toch maar even een net erover gedaan tot de plantjes wat groter en weerbaarden werden.
Onze ouders hadden ook groentetuinen en we zijn er dus mee opgegroeid. Onze opa's kwamen spitten en wij mochten meehelpen met oogsten. Het was vooral verstoring van het buitenspelen in onze herinnering. Nu als volwassenen beleven we het anders en hebben we er lol in om wat in de moestuin te rommelen. Het gaat met vallen en opstaan. Maar we vinden het leuk om te poten en te observeren. Te verzorgen en straks te smullen. We leven hier veel meer buiten dan we in al onze andere huizen deden. Het is zo fijn om de vogels te horen fluiten en de rust te ervaren. Heerlijk. De warmte in het huis nemen we dan maar op de koop toe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten