Toen ik hier weer terugkwam om te schrijven, dacht ik eerlijk gezegd dat jullie me vergeten waren, maar nee.... Wat een welkom was het! Ik was een beetje vergeten hoe warm en hartverwarmend de blog-familie ook al weer was. Dank jullie wel voor jullie lieve, aardige woorden. Hier op het blog bij de reacties, via de mail en op andere manieren. Echt super!
Vorig bericht eindigde ermee dat de vlierbloesem geplukt ging worden. Nou, dat heb ik geweten. Enorm veel kwam eraf. En nog kun je niet zien dat ik er zoveel afgehaald heb. Met de vogels heb ik een dealtje gemaakt. De rest mogen zij hebben. Misschien dat ik in het najaar nog wat bessen met ze wil delen maar voor nu is het genoeg.
Het plukken op zich was een feestje. Alleen de vogels waren wakker in de vroege morgen. Zij zorgden voor prachtige concerten. Arbeidsvitaminen. Ook hebben we nu een goede trap. Een waarvan je niet bang hoeft te zijn dat hij breekt of dat je door een trede zakt. Het was even een investering maar het betaalt zich meteen uit. En ja, de stilte. Het is hier zo fijn stil.Daar krijg ik maar geen genoeg van. Het is zo fijn om jezelf weer te kunnen horen denken. Wat een goede beslissing was het om in dit kleine dorp met zijn vriendelijke mensen te gaan wonen. En wat viel het goed in de tijd.
Ik plukte dus armenvol vlierbloesem. En maakte daar siroop van. Maar vond het niet lekker. Misschien lag het aan het recept. Dus een ander recept geprobeerd en nog een en nog een. Maar nee. Ik vind er niks aan. Niet als siroop om te drinken met plat of bubbeltjes water. Niet over het ijs, niet ergens anders is. Dus heb ik alle flesjes weggegeven. Aan mensen die het wel waardeerden.
En dat waren er gelukkig genoeg. Dus was het een leuke ervaring die ik zeker zal herhalen. Want het siroop maken is echt leuk om te doen. En zeg nou zelf.... als je het geeft aan iemand die het flesje meteen openmaakt en die je daarna ziet genieten.... dat is toch geweldig? En al het werk waard. Hoewel het eigenlijk helemaal niet zoveel werk is. Dat valt allemaal best mee.
Wat geniet ik van het landleven. Vroeg op. Laat naar bed en in de tijd daartussen doe ik veel dingen die ik jarenlang niet deed. Het kalme dorpsleven ligt mij heel goed en ik gedij er wel bij. Er is een vriendelijke groet als je elkaar tegenkomt. Vrijwel altijd is er tijd voor een praatje of een kop koffie. Je loopt gewoon bij elkaar binnen door de achterdeur. Daar moet ik nog wel terug aan wennen. En toch... ondanks dat kalme aan de buitenkant, wordt er hier toch heel hard gewerkt.
Ook hier zijn er mensen aan Corona gestorven. Dat verdriet wordt gevoeld in het hele dorp. Want iedereen kent elkaar. Het ontroert me en het maakt het ook allemaal veel persoonlijker. Ik was gespannen toen het virus rondwaarde en huishield maar langzaamaan neemt die spanning wat af. Mensen houden zich hier goed aan de regels en we kunnen veel buiten zijn. Een kop koffie met de buurvrouw in de tuin lukt prima op 1,5 meter afstand. Tot zover.